< Show all posts

Berlijnse mobiliteitsomslag mislukt

Geen stadstol, geen vermindering van het verkeer en zeker geen zero-emissie zone: de rood-rood-groene regering in Berlijn kon geen overeenstemming bereiken over de aanpassing van de mobiliteitswet. Dus noch het verkeer, noch de luchtkwaliteit zal veranderen in de hoofdstad.

Een nieuwe sectie in de Berlijnse mobiliteitswet zou de straten van de hoofdstad moeten ontlasten. Er zouden minder auto's op de weg moeten zijn, minder parkeerplaatsen beschikbaar en het verkeer zou over het algemeen minder ruimte in beslag moeten nemen. Maar vooral de verwijzing naar "prijsmechanismen" in het wetsvoorstel van de Groenen leidde tot onenigheid tussen de partijen. De SPD en ook links vermoedden een stadstol achter deze maatregel, die ze strikt afwijzen. Links ziet de stadstol als sociaal onrechtvaardig omdat armere mensen het zich dan niet meer zouden kunnen veroorloven om naar het stadscentrum te rijden. Ze zagen niet in dat de opbrengsten van de congestieheffing ook gebruikt zouden kunnen worden om het openbaar vervoer uit te breiden, zoals in andere landen, en dat sociaal zwakkere mensen, waarvan de meesten toch al geen auto hebben, hiervan zouden profiteren. Volgens de Groenen is het geschil ongegrond, omdat voor een stadstol sowieso een aparte wet nodig zou zijn. Maar andere kwesties, zoals de vermindering van het aantal parkeerplaatsen met 50% tegen 2030, werden ook door de SPD en links verworpen.

De autolobby of de angst van sommige kiezers lijkt dus nog steeds te sterk. Maar het verminderen van het verkeer, bijvoorbeeld door een congestieheffing of andere mechanismen, zou op de lange termijn een positief effect hebben gehad voor automobilisten. In steden als Stockholm was de afwijzing van de congestieheffing aanvankelijk groot, maar na slechts een paar jaar is de acceptatie enorm toegenomen doordat de burgers de voordelen van verkeersvermindering voelden.

Het is dus een aanklacht als de rood-rood-groene regering, die volgens haar verkiezingsprogramma en partijoriëntatie eigenlijk geeft om sociale rechtvaardigheid, klimaatbescherming en het welzijn van de sociaal zwakkeren, niet kan opkomen voor deze kwesties en burgers en op zijn minst enkele eerste stappen kan zetten in de richting van groenere mobiliteit. Vergeleken met de rest van Europa wordt er in Duitsland heel weinig gedaan om de ommekeer in de mobiliteit in gang te zetten. Hoewel er steeds meer e-auto's op de weg zijn, lijkt een algemene paradigmaverschuiving naar een groene mobiliteit van morgen, waarin auto's misschien over het algemeen minder belangrijk zijn, niet in het belang van de politiek. En het is ook duidelijk dat als er geen overeenstemming wordt bereikt over de eerste stappen, de nulemissiezone, die eigenlijk gepland was voor Berlijn vanaf 2030, een utopie zal worden!

Ondertussen zakt de hoofdstad meer en meer weg in een verkeerschaos. De luchtkwaliteit in sommige drukke straten is erg slecht, fietsen in Berlijn is gevaarlijk omdat de fietspaden op veel plaatsen slecht zijn aangelegd of gewoon niet bestaan, en voetgangers hebben steeds minder ruimte. De stad is van de auto's.  

Een overeenkomst zou dus niet alleen wenselijk zijn geweest, maar ook veel te laat.