< Show all posts

Autovrije zones? Niet in Berlijn

De sluiting van een kruispunt in Berlijn verdeelt de buurt. Veel ouderen zijn tegen het proefproject, gezinnen met kinderen en jongeren zijn voor. Het project laat zien hoe belangrijk de auto is voor veel Duitsers. Andere landen laten zien dat het ook zonder auto kan.

Een toch al rustige hoek in Berlijn-Charlottenburg zou worden gebruikt als proefproject voor een autovrije zone. Uit enquêtes onder de burgers voor de start van het project bleek dat 4 van de 5 mensen vinden dat voetgangers voorrang moeten krijgen in de stad. Maar al op de startavond van het project werd het prikbord waar mensen informatie konden vinden en opmerkingen konden achterlaten besmeurd met boterzuur. In de weken die volgden was er veel afkeer van het project onder de commentaren. Er was woede over het gebrek aan parkeerplaatsen en problemen met het autoverkeer in de aangrenzende straten, maar ook bezorgdheid dat de autovrije zone zou leiden tot meer lawaai en zwerfvuil door spelende kinderen en samenscholende mensen. Vooral ouderen waren tegen het project. Gezinnen met kinderen waren positief over de autovrije zone. In een tweede enquête na het project van 5 weken is de buurtgemeenschap verdeeld. 45 procent is voor het behoud van het autovrije plein, 45 procent is tegen.

Op de Lausitzer Platz in Berlijn-Kreuzberg werd de verkeersbeperking bepaald door het stadsdeel, maar ontworpen met inspraak van de bevolking. Er was hier veel minder wrevel omdat mensen direct betrokken waren bij de uitvoering. Het aantal autovrije zones in Berlijn neemt dus langzaam toe.

Andere landen zijn echter al veel verder. Barcelona, bijvoorbeeld, moet in 2030 praktisch autovrij zijn. Er worden zogenaamde superilles (supereilanden) aangelegd. Dit zijn gebieden van 9 huizenblokken die worden samengevoegd tot een verkeersluwe zone. Alleen bewoners en bijvoorbeeld de vuilnisophaaldienst mogen hier stapvoets rijden. In de superilles worden ook speeltuinen en groene zones met parkbankjes aangelegd. Ook in Parijs heeft burgemeester Anne Hidalgo de oorlog aan de auto verklaard. Aan het einde van haar eerste termijn waren er 54 procent meer fietsers op straat, terwijl het autoverkeer met 8 procent was afgenomen. Ze maakte onder andere ongeveer 100 straten autovrij, introduceerde autoloze zondagen in de wijken en liet 1400 stations met stadsfietsen installeren. Cultureel aanbod en stadstuinprojecten moeten de stad ook aantrekkelijker maken voor voetgangers en fietsers. In haar nieuwe ambtstermijn wil ze het voor mensen in Parijs mogelijk maken om alles wat ze in het dagelijks leven nodig hebben binnen 15 minuten te bereiken. Op deze manier moet het autoverkeer verder worden teruggedrongen.

In Berlijn lijkt nog enige overtuigingskracht nodig te zijn. Het is verbazingwekkend dat bewoners verkeerslawaai verkiezen boven het lawaai van spelende kinderen en feestvierders. De bezorgdheid over een gebrek aan parkeerplaatsen en files in de aangrenzende straten is zeker terecht. Het is dus niet alleen belangrijk om wegen af te sluiten voor voertuigen, maar ook om alternatieven voor het verkeer te creëren. Zoals al wordt gedaan in andere steden.