< Show all posts

Hypocriete hoofdstad: Berlijn vertrouwt op vuile dieselbussen

De stad krijgt 291 nieuwe bussen. Ze rijden allemaal op dieselmotoren. Dit is in tegenspraak met de belofte van de Groene Senator voor het milieu om alle voertuigen met verbrandingsmotoren tegen 2030 uit de stad te weren.

De Berlijnse senator voor milieuzaken Regine Günter (Groenen) wil alle voertuigen met verbrandingsmotoren van de binnenring van de stad verbannen tegen 2030. Tegen die tijd moeten bussen natuurlijk ook op elektriciteit rijden. Waarom krijgt de stad dit jaar dan 291 nieuwe dieselbussen?

Het antwoord van Günther is dat de dieselbussen jaren geleden zijn besteld. Toen bestond het doel voor 2030, een Berlijn zonder verbrandingsmotor, nog niet. Natuurlijk moet het contract worden nagekomen. Maar zelfs als de bestelling vandaag zou worden geplaatst, zou de keuze van de groene politicus niet noodzakelijkerwijs anders zijn. Want de benodigde dubbeldekkers zijn nog steeds niet beschikbaar als elektrische versies. Daarom zal de busvloot waarschijnlijk ook niet in de nabije toekomst worden geëlektrificeerd. Op zijn vroegst zal er in 2022 een nieuwe levering van elektrische bussen zijn.

Ongeveer 1400 dieselbussen behoren tot de vloot van de Berliner Verkehrsbetriebe (BVG). In vergelijking daarmee is het aantal elektrische bussen te verwaarlozen: er zijn tot nu toe slechts 137 elektrische bussen. Deze rijden op relatief korte trajecten, omdat de actieradius van de elektrische bussen voor veel trajecten niet toereikend is.

De nieuwe dieselbussen zouden optimaal 12 jaar moeten meegaan. Deze duur is het meest economisch. Dit betekent echter dat de bussen ook na 2030 de Berlijnse stadslucht zullen blijven vervuilen met hun dieselmotoren. Om het zelfopgelegde doel van Berlijn zonder verbrandingsmotoren te halen, zouden de bussen omgebouwd of verkocht moeten worden. Wat dit de belastingbetaler gaat kosten is nog volledig open.

Aan de andere kant is het duidelijk dat het openbaar vervoer in Berlijn nog mijlenver verwijderd is van een klimaatvriendelijke, CO2-neutrale binnenstad. Bovendien vervult de stad haar voorbeeldfunctie gewoonweg niet en kan ze bijvoorbeeld het al geldende dieselrijverbod nauwelijks rechtvaardigen als ze zelf blijft vertrouwen op dieseltechnologie. Günther had zelf kritiek op het feit dat er nog steeds geen elektrische middenklasse alternatieven voor personenauto's zijn en dat de laadstructuur achterloopt. Hoe kan ze dan verwachten dat mensen een elektrisch model kiezen voor een nieuwe auto als ze dat zelf niet doet? Een overstap naar elektrische bussen zou toch wel mogelijk zijn, ook als die bijvoorbeeld tussen de ritten door opgeladen moeten worden en er meer gelede bussen worden ingezet in plaats van dubbeldekkers. De stad wil 700 miljoen euro belastinggeld investeren om nieuwe remises en oplaadpunten te bouwen.

De dieselbussen kunnen dan naast deze oplaadpunten parkeren.