< Show all posts

Euro 7-emissienorm: (Geen) realistische oplossing?

De baas van Renault geeft commentaar op de invoering van de Euro 7-norm en zegt dat de nieuwe emissienorm auto's alleen maar duurder maakt en weinig doet voor klanten of het milieu.

Als onderdeel van de "Change-Now" conferentie in Parijs maakte Renault baas Luca de Meo van de gelegenheid gebruik om zijn mening te geven over de op handen zijnde invoering van de nieuwe Europese emissienorm. Naar alle waarschijnlijkheid zou de zogenaamde Euro 7 vanaf het midden van dit decennium van toepassing moeten zijn. Er zijn echter al twijfels gerezen over de levensvatbaarheid en de effectieve bijdrage aan de strijd tegen klimaatverandering. De Italiaanse CEO behoort tot degenen die de maatregel bekritiseren.  

In zijn toespraak gaat De Meo vooral in op de disproportionaliteit van de emissienorm. Deze zou auto's duurder maken zonder echter significante resultaten te boeken op het gebied van emissiereductie. Vooral de nabehandeling van uitlaatgassen die de norm vereist, zou leiden tot hoge prijzen voor eindgebruikers. "We hebben berekend wat Euro 7 zou betekenen voor ons modellenportfolio volgens de nu bekende plannen. We weten nu dat een auto gemiddeld 1000 euro meer zou kosten om te produceren en dat we binnen de Groep met kosten van ongeveer een miljard euro te maken zouden krijgen", legt het hoofd van de Franse autofabrikant uit. "Uiteindelijk zouden we deze kosten moeten doorberekenen in de prijzen voor de eindklant," vervolgde hij. Betaalbare instapmobiliteit, vooral in het segment van kleine en compacte auto's, zou niet haalbaar zijn. 

Hoewel de prijsstijging dus moeilijk te beheersen is, blijven de positieve effecten op het milieu volgens de expert marginaal. Uitgedrukt in cijfers zou, als de huidige Euro 6d-norm tot 2030 wordt gehandhaafd, de uitstoot van het Renault-wagenpark met 63 procent per voertuig dalen. Met de geplande invoering van Euro 7 zou dat volgens de berekeningen van de Groep 66,7 procent zijn. Als we de verwachte positieve en negatieve gevolgen tegen elkaar afwegen, zou Euro 7 ons volgens de CEO "niet dichter bij verstandige en realistische oplossingen brengen".  

De invoering van de emissienorm moet worden gezien in de bredere context van het uitfaseren van verbrandingsmotoren. De Europese Unie neemt namelijk nog meer maatregelen om e-mobiliteit direct en indirect te stimuleren. Deze zijn bedoeld om bij te dragen aan het behalen van de klimaatdoelstellingen, maar verbergen ook nadelen. Elektrische auto's worden altijd berekend met nul gram CO2 in het wagenpark van de autofabrikanten. Dit betekent dat vervuilende stoffen en CO2-emissies die bijvoorbeeld tijdens de productie worden gegenereerd, volledig worden genegeerd. Zelfs als de gebruikte elektriciteit niet uitsluitend, of in ieder geval voor een groot deel, is opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen.  

Experts beschouwen dergelijke technologieën als een problematische eerlijke berekening en zijn van mening dat een puur elektrische strategie contraproductief zou kunnen zijn vóór een aanzienlijke uitbreiding van groenere energie. Voor een echte verandering moeten mobiliteitsalternatieven niet alleen betaalbaar blijven voor klanten. De infrastructuur moet serieus worden aangepast. Dan zal een strengere emissienorm zoals Euro 7 een realistisch en positiever milieueffect hebben zonder de mobiliteit van de burgers in gevaar te brengen.