< Show all posts

Wereldwijd strengere fijnstofniveaus

Fijnstof is schadelijk voor de gezondheid. Maar universele grenswaarden en metingen bestaan niet. De WHO zou hier verandering in kunnen brengen door richtlijnen op te stellen voor een wereldwijde definitie van PM2.5. Het aanpassen van de waarden zou ook meer milieuzones met zich meebrengen.

Een studie van de McGill University in Montreal onderzocht de verschillen in de methoden van gegevensverzameling en -verwerking van PM2,5 in 58 landen. De onderzoekers ontdekten dat het ontbreken van een uniforme definitie van PM2,5 leidt tot sterke verschillen in de meting van de luchtvervuilende stof. Vergelijking tussen gemeten PM2,5-niveaus in verschillende landen is daardoor bijna onmogelijk. Volgens de onderzoekers van het onderzoek kan een harmonisatie van de parameters voor PM2,5 alleen worden bereikt als de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) richtlijnen opstelt voor een universele definitie van PM2,5 op basis van de aërodynamische diameter en een gemeenschappelijke berekeningsmethode vaststelt. Het veelgebruikte gemiddelde van PM2,5 waarden, zoals ook gebruikt in de EU, voorkomt ook de detectie en controle van verontreinigingspieken.

De onderzoekers benadrukten ook dat de door landen vastgestelde niveaus vaak ver boven de niveaus liggen die door de WHO als schadelijk worden beschouwd. Volgens de EU-normen voor PM2,5 woont slechts 4-8 procent van de EU-bevolking in gebieden met te hoge PM2,5-niveaus. De grenswaarde is 25 microgram per kubieke meter (µg/m3). De WHO is echter van mening dat een waarde van slechts 10 µg/m3 niet schadelijk is voor de gezondheid. Uitgaande van deze waarde woont 74-78% van de EU-bevolking in gebieden met schadelijke PM2.5-concentraties.

In China vonden de onderzoekers een tweeledig systeem van normen, met minder strenge niveaus in commerciële gebieden dan in woonwijken. Dit betekent dat mensen in woonwijken beter beschermd kunnen worden. Mensen die in de buurt van commerciële gebieden wonen, worden echter blootgesteld aan hogere niveaus van fijnstof. In Canada zijn er minder strenge lokale, d.w.z. nationale, limieten.

In Afrika ontbreken de normen soms volledig. De Duitse en Europese auto-exportmarkt profiteert hier ook van. Veel oude dieselvoertuigen die in dit land moeilijk te verkopen zijn, worden naar Afrika gebracht. Zo wordt het probleem van slechte luchtwaarden alleen maar verschoven.

De studie toont dus aan hoe ambivalent de definitie van vervuilende stoffen is. Het probleem kan inderdaad alleen worden opgelost door een uniforme definitie van de vervuilende stof en de metingen ervan. Deze zouden overschrijdingen beter kunnen identificeren en bestraffen.

Als de grenswaarden in de toekomst worden aangepast aan die van de WHO, bijvoorbeeld in de EU, zou dit bovendien kunnen leiden tot aanzienlijk meer milieuzones met strengere regels. Alleen op die manier kunnen de normen snel worden gehaald en kan de gezondheid van de burgers worden beschermd.