Vrachtwagens - prijs belangrijker dan milieu
Vrachtwagenfabrikanten voeren het tempo van de overstap naar alternatieve aandrijfsystemen op. Ze zijn veel ambitieuzer dan de politici. Ze hopen nu op stimuleringsmaatregelen van de overheid, zodat klanten daadwerkelijk zullen volgen.
Tegen 2030 eist de EU van vrachtwagenfabrikanten dat ze hun CO2-uitstoot met 30% verminderen ten opzichte van de periode tussen medio 2019 en medio 2020. Tegen 2025 eist de EU al een vermindering van de uitstoot met 15%. Als ze deze vermindering van de totale uitstoot van hun wagenpark niet halen, zal dat ze duur komen te staan.
Maar dit zal de vrachtwagenindustrie waarschijnlijk niet interesseren. De vrachtwagenindustrie is veel ambitieuzer met haar doelstellingen. Daimler Truck, bijvoorbeeld, wil tegen 2030 40 tot 60 % CO2-neutrale vrachtwagens op de Europese markt brengen. De onnauwkeurigheid in deze voorspelling is het gevolg van de onzekere ontwikkeling van de elektriciteits- en waterstofprijzen. Ook de uitbreiding van de infrastructuur zou zich optimaal moeten ontwikkelen om het wagenpark zo ver mogelijk te kunnen ombouwen.
Maar voor succes op de markt hebben de truckbouwers nu ook politieke steun nodig. Voor kopers van een nieuwe vrachtwagen is meestal niet de milieubescherming doorslaggevend, maar de prijs. Dit kan men een economisch opererend bedrijf nauwelijks kwalijk nemen. Voor kopers moet een truck met een alternatieve aandrijving gewoon de moeite waard zijn. En dit kan alleen worden bereikt als vrachtwagens op batterijen en waterstof binnen zeer korte tijd qua prijs gelijke tred kunnen houden met dieseltrucks. Politici moeten daarom dringend stimulansen en concessies creëren of de CO2-prijs en belastingen op dieselvoertuigen dienovereenkomstig verhogen.
Overigens hadden de vrachtwagenfabrikanten Scania, MAN en Co. zich al ten doel gesteld om vanaf 2040 alleen nog maar zero-emissie trucks op de markt te brengen. Ze eisten echter ook duidelijke steun van de EU voor de uitbreiding van de infrastructuur en een sterkere beprijzing van de uitstoot van vuile voertuigen.
Met het oog op de lage-emissiezones moeten vrachtwagenfabrikanten ook snel alternatieven aanbieden, zoals beloofd. Want veel steden in de EU hebben dieselvoertuigen al uitgeteld. In Nederland mogen - in ieder geval bestelwagens - vanaf 2025 alleen nog puur elektrische voertuigen de milieuzones in. In Parijs worden dieselvoertuigen al een jaar eerder volledig verboden.
Het zou dus wenselijk zijn dat politici niet alleen de lokale verboden uitvaardigen die de industrie tot omschakeling moeten aanzetten, maar ook de steun bieden die nodig is om dit tot een succes te maken. Vooral omdat de vrachtwagenbouwers groen licht geven voor alternatieve aandrijflijnen en positief zijn over het nieuwe tijdperk van vrachtwagens.