< Show all posts

De brandstof van de toekomst

E-brandstoffen kunnen een revolutie betekenen voor commercieel verkrijgbare diesel- en benzinemotoren. Deskundigen waarschuwen er echter voor om motoren op batterijen niet te snel de rug toe te keren.

Het principe van de zogenaamde designerbrandstof e-fuel zou onze verbrandingsmotoren op een trendsettende manier kunnen veranderen en ze tegelijkertijd milieuvriendelijker kunnen maken. 

E-fuels zijn brandstoffen die voorheen werden geproduceerd uit elektriciteit en CO2. Aangezien de energie dus afkomstig is uit hernieuwbare bronnen, is het eindproduct per definitie een CO2-balans die in evenwicht is. Naast de milieuvriendelijkheid heeft de brandstof echter nog een ander overtuigend kenmerk. E-brandstoffen kunnen zonder noemenswaardige wijzigingen in de huidige verbrandingsmotoren worden gebruikt. Bovendien zou het mogelijk zijn om de bestaande infrastructuur in de tankstationsector te gebruiken, wat ook enorme kosten en tijd zou besparen. Politici klagen dat deze methode van brandstofproductie opzettelijk wordt tegengehouden om een "politiek gewenste verschuiving naar elektrische auto's" niet in gevaar te brengen.

Op de lange termijn is het gebruik van e-brandstoffen in bijvoorbeeld vliegtuigen waarschijnlijk een uitgemaakte zaak. Alleen al de massa van de batterijen zou gewoon te zwaar zijn om te worden geïnstalleerd in langeafstandsvliegtuigen. Vrachtwagens, die lange afstanden moeten afleggen, zouden ook veel baat hebben bij de ontwikkeling van dit nieuwe type brandstof, en de logistieke sector zou dus potentiële klanten zijn voor e-brandstoffen.

Maar zelfs de productie van deze brandstof, die wordt geprezen als een wondermiddel, is niet helemaal milieuvriendelijk, zoals blijkt uit een studie van het Instituut voor Energie- en Milieuonderzoek (ifeu) in opdracht van het Federaal Milieuagentschap (UBA), omdat de koolstof die nodig is voor de productie eerst moet worden onttrokken aan uitlaatgassen, biomassa of de lucht.

Een klimaatbeschermingsplan van de Duitse regering voorziet in de omschakeling van een derde van het zware vrachtvervoer naar elektrische of op elektriciteit gebaseerde brandstoffen tegen 2030.