< Show all posts

Brussel: 16 procent minder dieselvoertuigen

Sinds de invoering van de lage-emissiezone in Brussel in januari 2018 is het aantal dieselvoertuigen aanzienlijk gedaald. De situatie is daarentegen helemaal anders in Frankrijk, waar de eerste lage-emissiezone al in 2015 werd ingevoerd.

In Frankrijk vergelijkt men zich graag met de twee andere Franstalige landen in Europa, Zwitserland en België. Nu is ontdekt dat de noorderburen veel succesvoller zijn in het verdringen van dieselvoertuigen op de wegen.

Volgens het Europees Milieuagentschap sterven er alleen al in Brussel ongeveer 1000 mensen per jaar aan luchtvervuiling. Dit aantal kan nu worden teruggebracht. In slechts drie jaar tijd is het gelukt om het aantal dieselvoertuigen in Brussel en de omliggende gemeenten drastisch te verminderen. Een van de redenen hiervoor is de invoering van de Brusselse lage-emissiezone. Sinds januari 2018 is er een lage-emissiezone in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die auto's, campers, bussen en bestelwagens de toegang ontzegt als ze op benzine, LPG of CNG rijden en onder Euronorm 2 zitten of als ze op diesel rijden en onder Euronorm 4 zitten. Vrachtwagens van meer dan 7,5 ton vallen niet onder deze beperkingen. De milieuzone is een groot succes: het aandeel dieselvoertuigen in het totale verkeer is gedaald van 62 procent naar 46 procent. Er is ook een enorme vermindering van vervuilende stoffen: in Brussel en omgeving is de uitstoot van stikstofdioxide met 9 procent gedaald, van fijnstof PM2.5 met 17 procent en van roetdeeltjes met maar liefst 38 procent. Verwacht wordt dat de waarden volgend jaar nog verder zullen dalen, omdat vanaf 2022 verdere aanscherpingen worden ingevoerd.

In Frankrijk is de situatie heel anders. Daar is sinds de invoering van een dergelijke zone in Parijs in september 2015 slechts een daling van 5 procent van het aantal dieselvoertuigen geregistreerd. Bijgevolg is de uitstoot van vervuilende stoffen niet in dezelfde mate gedaald. Airparif, de organisatie die de luchtkwaliteit in en rond de Franse hoofdstad bewaakt, wijst erop dat het over het algemeen moeilijk is om de effecten van een milieuzone te vergelijken met die in andere landen. Dat komt omdat er veel meer redenen zijn voor goede of slechte lucht. Aan de ene kant de normale verkoop van modernere voertuigen, die niet gestimuleerd wordt door lage-emissiezones, aan de andere kant het verschillende ontwerp van de lage-emissiezones en natuurlijk ook financiële stimulansen van de overheid om een elektrisch voertuig te kopen.

Olivier Blond, voormalig directeur van de vereniging Respire ("Adem door"), stelt ook dat twee maatregelen in het bijzonder de daling in Brussel hebben veroorzaakt.  Ten eerste belast de Belgische regering diesel zwaarder dan benzine. Ten tweede, en Blond vindt dit doorslaggevend, worden auto's in België gecontroleerd met automatische camera's. In Frankrijk vereist de controle van de milieuzones echter nog steeds personeel, dat vaak niet in voldoende mate beschikbaar is. De controles in Frankrijk zijn dus lang niet zo doeltreffend als in België en bijgevolg zijn de milieuzones dat ook niet.