De Chinese auto-industrie loopt al voorop met elektrische auto's. Nu wil het land ook verbrandingsmodellen promoten en zo de toekomstige gaten in de Europese automarkt opvullen. Economische en ecologische gevolgen voor Europa kunnen niet worden uitgesloten.
In veel grote Aziatische steden is de luchtvervuiling al lange tijd dramatisch. De Chinese metropolen, waar de verontreinigingsniveaus constant boven de grenswaarden liggen, behoren daar zeker toe. Desondanks ziet China niet alleen af van de invoering van milieuzones - die langzaam voet aan de grond krijgen in Azië - maar blijft het de meeste milieukwesties negeren in zijn strategie. Hoewel het waar is dat China momenteel een van de grootste fabrikanten van elektrische auto's is, lijkt de markt voor elektrische auto's niet voldoende te zijn voor het land. China wil zich bewijzen als toonaangevend land in de productie van alle soorten auto's. In deze context heeft de regering aangekondigd de productie en het onderzoek naar auto's met verbrandingsmotoren te stimuleren.
De maatregel gaat vooral gepaard met een financiële tussenkomst. Het belastingtarief voor voertuigen met een verbrandingsmotor met een inhoud tot twee liter is verlaagd van tien naar vijf procent. In plaats daarvan wordt er helemaal geen belasting geheven op zogenaamde nieuwe energievoertuigen (puur elektrische auto's en plug-in hybrides). Deze belastingvoordelen, samen met de technische inspanningen die worden geleverd, zijn niet alleen bedoeld om elektromobiliteit te ondersteunen, maar ook om een plaats voor verbrandingsmotoren in de toekomst veilig te stellen.
Volgens speculaties van insiders uit de industrie is de Volksrepubliek niet alleen van plan om de snelgroeiende elektrische markt in de EU te bedienen door elektrische voertuigen te exporteren. Met krachtige spelers als Nio, XPeng en Geely loopt China al voorop in de wereldwijde elektrische markt. Bovendien wil het land strategisch het gat opvullen dat zou kunnen ontstaan na het einde van de verbrandingsmotor in Europa met zijn eigen diesel- en benzinevoertuigen. In tegenstelling tot de Europese Unie voert China geen beleid om fossiel aangedreven motoren te verbieden. Aan de andere kant zijn de subsidies voor elektrische auto's zelfs verlaagd, hoewel technologie en onderzoek financiële steun blijven ontvangen. Projecten voor batterijvervanging en brandstofcelmobiliteit blijven bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen in China's strategie.
De Chinese maatregel is dus bedoeld om de dalende verkoop van verbrandingsmotoren tegen te gaan en tegelijkertijd de houding ten opzichte van conventionele motoren te "corrigeren". Voor het land is de afwijzing van de verbrandingsmotor door de Europese Unie een kans om zich te laten gelden als een toonaangevende ontwikkelaar van moderne verbrandingsmotoren. Helaas is het echter twijfelachtig of de beslissing verder zal gaan dan de strategische en economische aspecten.
De realiteit van klimaatverandering is duidelijk, net als de rol die CO2 en andere vervuilende stoffen spelen. Als het verbod op verbrandingsmotoren een succes wordt aan Europese kant, maar tegelijkertijd in gevaar wordt gebracht door de Chinese auto-industrie, zou het allemaal wel eens voor niets kunnen zijn. Als je de keuze hebt tussen een dure elektrische auto en een goedkoop en conventioneel voertuig met een verbrandingsmotor, is de beslissing van de autokoper misschien niet de meest groene. Met de onmiddellijke promotie van verbrandingsmotoren brengt China niet alleen de luchtkwaliteit van steden en de gezondheid van de inwoners in gevaar. In Europa, maar ook wereldwijd, kan het plan van China een bedreiging vormen voor alle beleidsinspanningen in de strijd tegen klimaatverandering.