De elektrische motor heeft zich lange tijd geprofileerd als de hoofdrolspeler onder de alternatieve aandrijfvormen. Nu investeert de auto-industrie steeds meer in waterstoftechnologie. Brandstofcelauto's zouden de show kunnen stelen van elektrische auto's.
Klimaatverandering, energiecrisis - het wordt steeds duidelijker dat het hoog tijd is om in actie te komen en na te denken over de manier waarop we onze hulpbronnen gebruiken. Tegen deze achtergrond zijn er maar weinig onderwerpen die de politiek en het publiek zo polariseren als de nieuwe relatie die gevonden moet worden tussen de energietransitie en de mobiliteitssector. Een omschakeling naar alternatieve brandstoffen en aandrijfsystemen is absoluut noodzakelijk. Deskundigen en spelers uit de auto-industrie zijn het hierover eens. Maar hoe de mobiliteit van de toekomst er precies uit moet zien, staat nog steeds ter discussie. Lange tijd leek het debat in het voordeel van elektrische voertuigen uit te vallen. Nu de kritische stemmen luider worden, winnen andere opties terrein. Vooral in de geïndustrialiseerde landen van Azië staat de waterstofmotor in de belangstelling van autofabrikanten.
Er zijn veel aspecten die gunstig zijn voor de toegenomen productie en het gebruik van brandstofcelauto's, die vaker eenvoudigweg waterstofauto's worden genoemd. Het is waar dat, net als bij elektrische auto's, hun prijs op de markt hoger blijft dan die van auto's met conventionele motoren. Het is ook waar dat ze niet aantrekkelijker zijn dan puur elektrische voertuigen zonder een goed ontwikkelde oplaadinfrastructuur en vooral zonder een infrastructuur die wordt gevoed met schone energiebronnen. Hun potentieel in termen van klimaatneutraliteit is echter bijna veelbelovender. Dankzij de elektrolyse in de brandstofcel zijn waterstofauto's lokaal nog meer emissievrij. Afgezien van gecondenseerd water worden er tijdens het rijden geen uitlaatgassen geproduceerd. Geen roet, geen stikstofoxide en geen CO2. Maar ook hier moet de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen komen om (bijna) volledig koolstofvrij te zijn.
Op dit moment zijn er echter nog maar heel weinig waterstofauto's op de weg. In 2021 werden slechts 17.000 auto's met brandstofcelaandrijving verkocht, waarvan ongeveer 1.600 alleen in China. In Europa worden ze in plaats daarvan vaak alleen gebruikt in zwaardere voertuigen, voornamelijk als vervanging voor elektrische aandrijvingen wanneer hun actieradius onvoldoende blijkt. De markt blijft daarom voornamelijk verdeeld tussen autofabrikanten zoals het Japanse Toyota en het Zuid-Koreaanse Hyundai.
Andere autofabrikanten dringen hier nu echter op aan en willen concurreren met de grote merken van elektrische mobiliteit zoals Tesla. Het Chinese bedrijf "Changan Automobile" blijkt bijzonder concurrerend te zijn en kondigde in juni met zijn nieuwe "SL03"-model de grootste serieproductie van auto's met dit type aandrijving ter wereld aan. De eerste massaverkoop van de "SL03's" is gepland voor augustus volgend jaar.
Toyota heeft zichzelf echter nog ambitieuzere doelen gesteld. In samenwerking met de prefectuur van Fukushima wil het bedrijf niet alleen het goederenvervoer op zuivere waterstof omzetten, maar ook de toepassingsgebieden voor deze technologie uitbreiden. Nieuwe elektrolyse-installaties en groene stationaire brandstofcelgeneratoren moeten in de toekomst zorgen voor een klimaatneutrale bedrijfsvoering in de Japanse stad. Zelfs als de stroom uitvalt, kunnen kantoren en winkels van stroom voorzien blijven en een belangrijke bijdrage leveren aan de bescherming van het klimaat.
Waterstoftechnologie lijkt dus in opkomst. Of het de verwachtingen zal inlossen en voet aan de grond zal krijgen in het Westen, valt nog te bezien. Een evenwichtige combinatie van verschillende soorten groene aandrijving, van elektrische aandrijving tot brandstofcellen, zou wel eens de meest realistische en efficiënte keuze kunnen zijn. De baanbrekende beslissing ligt nu in handen van autofabrikanten en politici wereldwijd.