Vanaf december 2023 wordt de tol voor vrachtwagens gekoppeld aan de CO2-uitstoot. Dit is bedoeld om meer klimaatbescherming te stimuleren en de uitstoot te verminderen. Per ton CO2 is 200 euro verschuldigd. De opbrengsten van de tol worden voornamelijk geïnvesteerd in het spoor om in de toekomst weer meer goederen per spoor te kunnen vervoeren.
Sinds 2005 moeten vrachtwagens tol betalen voor het gebruik van snelwegen en sommige federale wegen. Vanaf december 2023 zal de hoogte van deze tol echter niet meer alleen afhangen van de afstand die een vrachtwagen aflegt, maar ook van de hoeveelheid CO2 die hij daarbij uitstoot. Deze wijziging maakt deel uit van het regeerakkoord en is goedgekeurd door zowel de Bondsdag als de Bundesrat.
Het doel van deze wetswijziging is om de overstap naar klimaatneutrale aandrijfsystemen te versnellen. De reden hiervoor is dat vrachtwagens momenteel een derde van alle CO2-uitstoot in de transportsector veroorzaken. De nieuwe verordening zal een prijssignaal afgeven dat het gebruik van vrachtwagens met alternatieve aandrijfsystemen veel aantrekkelijker zal maken voor de vrachtvervoersector.
De aanpassing van de tolheffing is echter niet de enige maatregel. Vanaf juli 2024 wordt de tolplicht uitgebreid naar vrachtwagens van meer dan 3,5 ton. Ambachtelijke voertuigen van minder dan 7,5 ton worden echter vrijgesteld van tol. Bovendien zullen nulemissievoertuigen tot 31 december 2025 zijn vrijgesteld van tol.
De wijzigingen zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de bescherming van het klimaat. De hogere tol voor CO2-intensieve voertuigen zal een stimulans zijn om over te schakelen op milieuvriendelijkere alternatieven. Dit zal niet alleen leiden tot een vermindering van de CO2-uitstoot, maar zal ook de luchtkwaliteit verbeteren. Hoewel de tol niet in steden wordt geheven, bevinden veel bestemmingen voor vrachtvervoer zich in steden met milieuzones. De verandering kan dus ook gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit in de steden en de regelgeving in de milieuzones.
De extra inkomsten uit de nieuwe tolheffing zullen geoormerkt worden voor het verbeteren van de infrastructuur van de federale hoofdwegen en voor maatregelen in de mobiliteitssector. De focus ligt hierbij op de federale spoorwegen. De regering richt zich dus geleidelijk op milieuvriendelijkere alternatieven, niet alleen op de wegen, maar ook op de spoorwegen.
De verandering naar tolheffing is een belangrijke stap naar meer duurzame en klimaatvriendelijke mobiliteit. Het brengt echter ook uitdagingen met zich mee voor de industrie. De prijzen voor transportbedrijven zullen stijgen als ze niet willen of kunnen overschakelen op alternatieve brandstoffen. Het gebrek aan laadinfrastructuur is ook een probleem, want de goederenvervoersector heeft in heel Europa laadzekerheid nodig om het internationale transport met elektrische aandrijving probleemloos te kunnen afhandelen.
De CO2-koppeling zal daarom alleen echt een sturend effect hebben ten gunste van alternatieve brandstoffen als de randvoorwaarden goed worden ingesteld. Daarvoor moet de overheid in Duitsland verbeteringen doorvoeren en ook vertrouwen op andere Europese landen om de infrastructuur uit te breiden. Er is nog een lange weg te gaan.