Morgen, dinsdag 7 maart 2023, zou de dag zijn: De EU wilde voor eens en altijd een einde maken aan de auto met verbrandingsmotor. Maar de ondertekening van haar besluit moet worden uitgesteld. Sommige EU-staten willen niet meedoen. Uit angst voor een negatieve stemming is de beslissing voorlopig uitgesteld.
Italië, Bulgarije en Polen zeggen nee tegen het einde van de verbrandingsmotor. En nu ook Duitsland. Verkeersminister Wissing (FDP) staat erop dat de Europese toezeggingen voor de verdere ontwikkeling van e-brandstoffen worden nagekomen: Hij verwacht daarom een voorstel van de EU-Commissie over hoe klimaatneutrale synthetische brandstoffen ook na 2035 nog zinvol gebruikt kunnen worden in verbrandingsmotoren.
De geplande regels bepalen dat na die datum alleen nog zogenaamde zero-emissie personenauto's worden geregistreerd. Dit zijn auto's die tijdens het rijden geen uitlaatgassen produceren en daarom ook wel "lokaal emissievrij" worden genoemd. Maar als e-brandstoffen klimaatneutraal worden geproduceerd, stoten ze tijdens het rijden ook niet meer CO2 uit dan elektrische auto's. Bovendien kan de bestaande infrastructuur van tankstations voor de 46 miljoen auto's met verbrandingsmotor die momenteel in Duitsland rijden, verder worden gebruikt en hoeven er niet veel oplaadpunten te worden gebouwd.
De autofabrikanten hebben daarentegen allang een besluit genomen en verwachten dat de politiek een beslissing neemt over het uitfaseren van de verbrandingsmotor, zodat ze kunnen plannen voor de lange termijn en zich kunnen concentreren op één type aandrijving. Veel fabrikanten vinden het gebruik van e-brandstoffen, zoals gevraagd door de FDP, niet zinvol. E-fuels zijn aanzienlijk minder efficiënt om te produceren en daarom veel duurder. Ze zouden echter een goed alternatief zijn voor vormen van mobiliteit zoals vliegtuigen of schepen, waar de vereiste elektrische actieradius niet op een andere manier kan worden gegarandeerd. Ondertussen hebben de meeste Europese autofabrikanten zich op eigen initiatief al aangepast aan e-drives en produceren ze alleen nog maar e-drives. Veel landen in Europa hebben zich ook geconformeerd aan het verbod op verbrandingsmotoren en hebben dienovereenkomstig de regels voor milieuzones aangepast en voeren nu emissievrije zones in - alleen elektrische en waterstofvoertuigen worden dan toegelaten tot deze zones.
Zonder de goedkeuring van Duitsland kan de eindstemming, die eigenlijk als een formaliteit wordt beschouwd, niet plaatsvinden, omdat er een meerderheid nodig is voor stemmingen in de Raad van de EU - ten minste 15 landen die ten minste 65 procent van de EU-bevolking vertegenwoordigen, moeten een verordening goedkeuren.
Er is nog geen datum vastgesteld voor de volgende EU-stemming. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen wil nu de Duitse minister van Transport overtuigen. Met de stem van Duitsland kan een verbod op voertuigen met inwendige verbranding er alsnog komen.