Het ziet er niet goed uit voor de Duitse automobilisten. De energie- en benzineprijzen blijven stijgen. We zullen niet snel ontsnappen aan de energiewurg die Duitsland aan Poetin heeft opgelegd. E-fuels zouden verlichting kunnen brengen door olie uit Rusland te vervangen. Er moeten echter een paar obstakels worden overwonnen.
Een derde van de Duitse olie-import komt uit Rusland. Net als voor gas, dat voor 55 procent door Rusland wordt geleverd, is Duitsland ook voor olie afhankelijker van Poetin dan andere westerse landen. Het enige goede is dat er andere bronnen en leveranciers zijn die kunnen worden aangeboord.
De belangengroep "E-Fuel Alliance" gaat ervan uit dat tot 70% van de Russische olie-import tegen 2030 vervangen kan worden door alternatieve brandstoffen. E-brandstoffen worden geproduceerd met behulp van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en stoten daarom veel minder uit dan conventionele benzine. De alliantie van brandstoffen, waar ook Mazda, Bosch, Siemens Energy en verschillende minerale oliemaatschappijen deel van uitmaken, gaat ervan uit dat de nieuwe "synfuel" al in 2025 in voldoende hoeveelheden beschikbaar zal zijn tegen betaalbare prijzen. Een ander alternatief voor conventionele benzine is de brandstof "FuelMotion Diesel H", die wordt gemaakt van restvetten en afvaloliën uit huishoudens en de industrie. Deze brandstof vermindert de CO2-uitstoot van de motor met maar liefst 90 procent. Het voordeel: alle verbrandingsmotoren kunnen op e-brandstof rijden, ongeacht of het om nieuwe of klassieke auto's gaat, en de infrastructuur is al aanwezig. Het nadeel: het verbod op verbrandingsmotoren vanaf 2035 geldt ook voor e-brandstoffen.
Dit komt omdat Duitsland zich verzet tegen de ontwikkeling, omdat het zich volledig inzet voor e-auto's en streeft naar een aanzienlijke vermindering van het privévervoer. Dit is ook een van de redenen waarom veel autofabrikanten niet langer investeren in modellen met verbrandingsmotoren. En dat ondanks de trage verkoop van e-voertuigen, die niet zo goed gaat als de fabrikanten en de federale overheid hadden gehoopt, ondanks bonussen en belastingvoordelen. Het doel van de Duitse regering is nog steeds 15 miljoen elektrische auto's in 2030.
De hoop is nu dat stijgende olieprijzen de verkoop zullen stimuleren. Elektrische auto's zijn echter net zo afhankelijk van grondstoffen voor de productie van batterijen. Een van de belangrijkste onderdelen van de accu's is nikkel, dat ook door Rusland zwaar wordt gedolven. De stijging van de nikkelprijs en een mogelijk tekort aan het metaal op de wereldmarkt zou ertoe kunnen leiden dat er minder elektrische auto's worden verkocht dan gehoopt.
De hoge olieprijzen zijn echter ook een struikelblok voor de mobiliteitstransitie. Naar verwachting zullen steeds meer mensen overstappen op het openbaar vervoer, maar dat zijn vooral bussen met verbrandingsmotoren. Als het openbaar vervoer echter duur wordt of de frequentie afneemt, stappen veel mensen liever weer in hun eigen auto en vervuilen ze de steden. Het bevorderen van alternatieve brandstoffen zou daarom veel voordelen hebben die ons dichter bij onze klimaatdoelstellingen zouden brengen dan het gebruik van Russische olie.