De Oostenrijkse minister van Klimaatbescherming Leonore Gewessler overweegt een verbod op nieuwe voertuigen met verbrandingsmotoren vanaf 2027 om de klimaatdoelstellingen van het land te halen. Dit voorstel komt op een moment dat Oostenrijk door verzet van de SPÖ voor belangrijke wetgeving staat.
In oktober vorig jaar werd de CO2-beprijzing van brandstoffen ingevoerd, wat leidde tot een aanzienlijke stijging van de diesel- en benzineprijzen. Nu is de groene minister Gewessler van plan om de CO2-belasting te verhogen van 55 euro per ton naar 120 euro in 2025 en verder naar 240 euro in 2030. Deze drastische belastingverhoging is bedoeld om een verschuiving naar milieuvriendelijkere vervoersmiddelen en een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen te stimuleren.
Naast het voorgestelde verbod op voertuigen met verbrandingsmotoren zoekt het Ministerie van Milieu naar andere creatieve oplossingen om klimaatverandering tegen te gaan. Een van deze voorstellen is om één autovrije dag per maand in te voeren in grote steden. Een ander idee is om de maximumsnelheid te verlagen, zoals geëist door klimaatactivisten.
Deze plannen kunnen echter op verzet stuiten van coalitiepartners en het bedrijfsleven.
De onderhandelingen over de voorstellen van Gewessler zijn nog gaande, waarbij de bondskanselarij en het door de ÖVP geleide ministerie van Financiën naar verluidt op de rem trappen.
Het verbod op nieuwe voertuigen met verbrandingsmotoren zou het Oostenrijkse autolandschap aanzienlijk kunnen veranderen en consumenten kunnen aanmoedigen om over te schakelen op elektrische voertuigen en andere voertuigen die op alternatieve brandstoffen rijden. Hoewel het voorstel nog steeds wordt besproken, toont het aan dat de regering op zoek is naar innovatieve oplossingen om klimaatverandering tegen te gaan en de emissiereductiedoelstellingen te halen.