New York heeft genoeg van vrachtwagenchauffeurs die met draaiende motoren de lucht vervuilen. Iedereen die zo'n voertuig meldt, krijgt een boete.
Het fenomeen is wereldwijd bekend: Vrachtwagen- en buschauffeurs die hun motor laten draaien terwijl ze niet rijden, maar laden en lossen, pauzeren, eten, drinken of zelfs slapen. Vooral in de winter draait de motor, voornamelijk om de verwarming aan de gang te houden en de cabine van het voertuig voor te verwarmen. Anderen willen hun motor opwarmen voordat ze op weg gaan in de winter. Ze beseffen waarschijnlijk niet dat dit niet alleen schadelijk kan zijn voor het milieu, maar ook voor het voertuig. Regelmatig stationair draaien leidt tot vastzittende zuigers en een gebroken nokkenas.
Bestuurders in New York mogen hun auto al sinds de jaren zeventig niet meer laten draaien als ze niet rijden, maar slechts weinigen houden zich eraan. De stad heeft er nu genoeg van en lanceerde drie jaar geleden het "Citizens Air Complaint Programme". Sindsdien krijgt iedereen die een bestuurder bij de politie aangeeft een beloning van een kwart van de opgelegde boete. De eerste keer is dat minstens 350 Amerikaanse dollar. Wie opnieuw wordt betrapt, moet steeds dieper in de buidel tasten. Het doel is om de luchtvervuiling in New York te verminderen. In totaal heeft de stad vorig jaar zo'n 2,4 miljoen dollar geïnd, natuurlijk met de hulp van privé-sheriffs. Een van deze waakhonden zou vorig jaar in totaal 200.000 US dollar hebben opgehaald dankzij de beloningen.
In Duitsland is stationair draaien ook illegaal, maar lang niet zo lucratief. Het is een overtreding van het verkeersreglement (StVO) en - als de motor bijvoorbeeld op je eigen terrein draait - van de wet op de immissiecontrole van de staat (LImSchG). Boetes van meer dan 80 euro worden echter zelden opgelegd.
Misschien is het zinvol om er in verband met de stijgende brandstofprijzen steeds weer op te wijzen dat een auto die drie minuten stationair draait gemiddeld één kilometer benzine verbruikt. Het uitschakelen van de motor bespaart dus geld en beschermt ook het milieu.