Achter de voorbereiding van de auto-industrie op de toekomstige emissienormen gaan veel extra kosten schuil. VDA en autobedrijven waarschuwen voor de economische en commerciële risico's voor de industrie.
Over een paar jaar wordt de nieuwe emissienorm - de maatstaf voor de productie en registratie van voertuigen binnen de Europese Unie - van kracht. Vanaf 2025 zal de zogenaamde Euro7 van toepassing zijn op personenauto's en bestelwagens, zodat auto's kunnen voldoen aan de geldende grenswaarden voor verontreinigende stoffen, zelfs onder extreme omstandigheden zoals hoge temperaturen. Hiervoor zijn echter uitgebreide metingen nodig om verschillende schadelijke emissies te reguleren en te controleren. Niet alleen motoruitlaatgassen zoals kooldioxide, maar ook fijnstof en stikstofoxiden afkomstig van slijtage van banden en remmen moeten voldoen aan de nieuwe Euro7-emissienormen.
De auto-industrie waarschuwt echter dat juist deze voorschriften de productiekosten - en daarmee de verkoopprijs van nieuwe voertuigen - aanzienlijk duurder kunnen maken. Volgens de Duitse autolobby zou de productie van voertuigen hierdoor uiteindelijk in gevaar komen. Als de norm in zijn huidige versie van kracht wordt, zouden "knelpunten in de levering en productie het gevolg kunnen zijn" - verklaart Hildegard Müller, voorzitter van de Duitse vereniging van de auto-industrie (VDA). Volgens de autobedrijven is het eenvoudigweg "niet haalbaar" om binnen de voorgeschreven tijd voldoende automodellen te ontwikkelen en goed te keuren om aan de nieuwe eisen van de emissienorm te voldoen. Er is veel te weinig personeel voor de test- en goedkeuringsprocedures in de fabrieken en de kosten zijn te hoog. Dit zou de auto-industrie onrendabel maken, vooral in de sector van de kleine auto's.
Om een dergelijk scenario te voorkomen, pleit VDA-voorzitter Müller voor een geleidelijke invoering. Müller vervolgt dat dit de enige manier is om "een continue productie te garanderen met bijbehorende garanties voor werkgelegenheid en beschikbaarheid van een breed scala aan voertuigen". Dit zou uiteindelijk de auto-industrie overeind houden - evenals de economische efficiëntie van de fabrieken. Tegelijkertijd eist de vereniging dat de EU ook een verlaging van de nieuwe vaste grenswaarde voor stikstofoxide overweegt, met behoud van de testrandvoorwaarden. Een compromis dat er waarschijnlijk niet zal komen. Want zelfs nu al worden de nieuwe emissiegrenswaarden door klimaatexperts als volstrekt ontoereikend beschouwd om een echte vermindering van de vervuiling te bewerkstelligen. In de ogen van velen is het inderdaad twijfelachtig of de door de VDA voorgestelde maatregelen tot een significante verbetering van de luchtkwaliteit op de wegen zullen leiden - zoals beloofd door Müller.
Er moet zeker een oplossing worden gevonden, een "goede kosten-batenverhouding" die naleving van de emissienorm mogelijk maakt zonder dat dit leidt tot een stilstand van de hele industrie. Hoe Europa zich de komende maanden en jaren voorbereidt op de nieuwe Euro7-norm - en op de toekomst van het vervoer - zal hiervoor cruciaal zijn.