Een brandstofmix is essentieel voor het terugdringen van broeikasgassen in de transportsector. Er is echter technische vooruitgang nodig in de productie van alternatieve brandstoffen om hun potentieel in het dagelijks leven te benutten.
Op woensdag stemde de Milieucommissie van het Europees Parlement over haar standpunt over een wetsontwerp van de Commissie. Dit betrof maatregelen om de klimaatdoelstellingen te halen, waaronder het uitfaseren van verbrandingsmotoren. Hoewel de uiteindelijke stemming in de plenaire vergadering in juni zal plaatsvinden, heeft de commissie besloten om over te stappen op elektrische aandrijvingen. De nadruk werd gelegd op volledig elektrische voertuigen. Vertegenwoordigers van de industrie en sommige leden van het Europees Parlement zagen echter de weg naar groenere en efficiëntere mobiliteit in verworpen amendementen over verdere klimaatvriendelijke oplossingen.
De verworpen amendementen omvatten het promoten van e-brandstoffen als alternatief voor de elektrische motor. Dit zijn synthetische brandstoffen die chemische fabrieken maken van waterstof en CO₂. Het hoge elektriciteitsverbruik dat voor dit proces nodig is, moet worden geleverd door elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Niet alleen de beoogde CO2-neutraliteit spreekt in het voordeel van e-fuels, maar ook de flexibiliteit in het gebruik van de brandstof. E-fuels kunnen namelijk ook gebruikt worden door verbrandingsmotoren en vereisen geen batterij. Slechts zelden is een ombouw van de aandrijving nodig.
Terwijl de EU doorgaat op de weg van omschakeling naar puur elektrische voertuigen, geven andere landen de voorkeur aan een combinatie van verschillende technologieën voor brandstofproductie. De Duitse regering sprak zich onlangs uit voor een brandstofmix en verklaarde dat e-fuels essentieel zijn voor het behalen van de klimaatdoelstellingen. Ze moeten met name helpen om klimaatneutraliteit te bereiken in transportsectoren die moeilijk te elektrificeren zijn, zoals het zware vrachtvervoer, de scheepvaart en de luchtvaart. Ze moeten daarom dienen als aanvulling op elektromobiliteit waar deze momenteel niet operationeel is. Daarom moeten e-fuels een groter deel van de bevolking de mogelijkheid bieden om op een meer klimaatvriendelijke manier te rijden. Niet iedereen zal zich in de toekomst een e-auto kunnen of willen veroorloven, legt Ralf Diemer, Managing Director van de eFuel Alliance, uit. Elektrische mobiliteit alleen zal geen recht doen aan de bescherming van het klimaat," vervolgt Diemer. Volgens Diemer moet de EU ook rekening houden met e-fuels en ze de kans geven een positieve bijdrage te leveren aan de Europese inspanningen op het gebied van elektrificatie en het koolstofvrij maken van het vervoer. Om ervoor te zorgen dat ze hun potentieel in het dagelijks leven waarmaken, is het echter noodzakelijk om de technische onderzoeksinspanningen te ondersteunen. Op dit moment gaat de productie van brandstoffen op basis van elektriciteit niet verder dan het niveau van proeffabrieken en daarom zullen de kosten tot 2030 waarschijnlijk aanzienlijk hoger liggen dan die voor diesel en benzine. Studies gaan uit van ongeveer 4,50 euro per liter dieselequivalent. Omdat e-fuels in het begin echter slechts in kleine hoeveelheden zullen worden gemengd met conventionele brandstoffen, zal de prijs bij het benzinestation slechts marginaal stijgen.
Of het nu op Europees of nationaal niveau is, de beslissingen die de komende maanden worden genomen, zullen van doorslaggevend belang zijn. Dan zal duidelijk worden wie de overhand zal hebben onder milieu-, transport- of industriële politici.