De petitie voor een referendum voor een autovrij Berlijn is niet-ontvankelijk. Het strikt geformuleerde regelgevingsvoorstel schond de algemene vrijheid van handelen. De definitieve beslissing is echter nog hangende.
Het bestuur van Binnenlandse Zaken van de hoofdstad heeft het geplande referendum onontvankelijk verklaard. Volgens de senaat is het doel van een autovrij stadscentrum ongrondwettelijk en in het bijzonder een schending van de algemene vrijheid van handelen. Het laatste woord is echter nog niet gezegd. Na een toetsing door Binnenlandse Zaken ligt het voorstel sinds afgelopen woensdag bij de bevoegde vervoersautoriteit. Er zal een voorstel voor een resolutie worden geformuleerd en aan de Senaat worden voorgelegd. Volgende week zou er al een besluit genomen kunnen worden.
Het initiatief wilde het autoverkeer op de Berlijnse S-Bahn-ring sterk beperken. Er zijn ook beperkingen gepland voor het gebruik van privévoertuigen in het stadscentrum. Burgers zouden nog maar maximaal twaalf privéritten per jaar met de auto in het stadscentrum mogen maken. Bussen en taxi's blijven echter onaangetast en mogen blijven rijden als commerciële en bestelvoertuigen. De politie, brandweer en mensen met beperkte mobiliteit behoren ook tot de uitzonderingen. Het voorstel om het autoverkeer in Berlijn aanzienlijk te verminderen is niet alleen proportioneel, maar ook dringend noodzakelijk. Dit is wat Nina Noblé, woordvoerder van het initiatief, zei toen ze de beslissing van de administratie bekritiseerde. "Het lijkt te ontbreken aan de politieke wil en moed om deze problemen serieus op te lossen," vervolgt Noblé.
De wettekst was al door verschillende juridische experts onder de loep genomen voordat het voorstel werd ingediend. In de stap werden geen schendingen van de wetgeving van de Europese Unie, de grondwet van Berlijn of andere federale wetten, zoals verkeersregels, aangegeven. Het wetsvoorstel was daarom "formeel verenigbaar met de basiswet". Het voorstel heeft echter een zwak punt, legt expert Remo Klinger uit, professor in de rechten aan de Eberswalde Universiteit voor Duurzame Ontwikkeling. De eng geformuleerde uitzonderingen zouden twijfels kunnen oproepen over de proportionaliteit van de wet. Echter, vooral gezien de oriëntatie van de wetstekst op het algemeen belang, zou een interpretatie van de voorgestelde beperkingen in overeenstemming met de grondrechten nog steeds mogelijk zijn.
Uiteindelijk zou het niet de eerste keer zijn dat theoretische inbreuken op grondrechten, zoals het instellen van milieuzones en diesel rijverboden, gerechtelijke goedkeuring krijgen. De voorwaarde hiervoor zou zijn dat ze een positieve impact hebben op burgers en de gemeenschap. Ondanks institutionele tegenwind kan een autovrij Berlijn nog steeds werkelijkheid worden.