In januari 2021 neemt Airbus zijn eerste emissievrije waterstofbrandstofcel in gebruik. Dit is een belangrijke stap op weg naar de ontwikkeling van een vliegtuig op waterstof. Met de opening van een ontwikkelingscentrum voor waterstoftechnologieën in Nedersaksen versterkt Airbus zijn aanwezigheid in Duitsland en onderstreept het zijn ambities op het gebied van klimaatneutrale luchtvaart.
Luchtvervoer is momenteel de meest klimaatschadelijke vorm van transport. Met de nieuwe brandstofcel zou Airbus een beslissende bijdrage kunnen leveren aan het koolstofvrij maken van de luchtvaart. Maar hoe realistisch is dit doel en welke prijs moeten we ervoor betalen?
Een vergelijking met lage-emissiezones in steden kan een aantal interessante aspecten belichten. Lage-emissiezones werden ingevoerd om de luchtkwaliteit in steden te verbeteren en de gezondheid van de bevolking te beschermen. Ze zijn een effectief instrument gebleken om de uitstoot van vervuilende stoffen te verminderen.
Milieuzones zijn echter ook bekritiseerd. Ze worden vaak gezien als discriminerend omdat ze mensen met oudere, meer vervuilende auto's uitsluiten. Ze kunnen ook verkeer naar andere gebieden verplaatsen, waardoor de uitstoot elders toeneemt.
Soortgelijke uitdagingen zouden zich kunnen voordoen bij de overstap naar waterstofvliegtuigen. De technologie is duur en het gebruik ervan zou de kosten van vliegreizen kunnen verhogen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat vliegen weer een luxegoed wordt dat alleen betaalbaar is voor de bevoorrechten.
Bovendien is het nog onduidelijk hoe de noodzakelijke infrastructuur voor de waterstofvoorziening moet worden gebouwd en gefinancierd. De productie van groene waterstof is energie-intensief en zou kunnen leiden tot een verschuiving in emissies, vergelijkbaar met milieuzones.
Hoe gaat Airbus om met deze uitdagingen? Het is duidelijk dat de ontwikkeling van klimaatneutrale vliegtechnologieën een belangrijke stap is naar een duurzamere toekomst. Het is echter ook duidelijk dat we niet alleen technologische innovaties nodig hebben om de klimaatcrisis aan te pakken, maar ook politieke maatregelen en sociale verandering.